Havo
Atheneum
Gymnasium
Technasium

Geschiedenis

Op 6 september 1957 begonnen de allereerste 53 leerlingen van het Keizer Karel College. De katholieke middelbare school – destijds mede opgericht onder leiding van Pastoor Roelvink – was voor die tijd zeer vooruitstrevend: jongens en meiden zaten in gemengde klassen en dat was nog niet gebruikelijk. 

Al in het eerste schooljaar werd er een talentenjacht georganiseerd. ‘En nog steeds is muziek en kunst belangrijk. Maar we organiseren veel meer (terugkerende) activiteiten. Denk aan verschillende vaste kerstactiviteiten als een diner en een markt, de stedenreis in 4 havo en 5 vwo en de KKC-musical en talentenjacht

Wat begon als middelbare school met vier docenten en nog geen zestig leerlingen, groeide uit tot een plek waar dit schooljaar zo’n 1820 leerlingen les krijgen.  

In al die jaren is er binnen de school veel veranderd. De school is meerdere malen tot excellente school uitgeroepen, er zijn veel jonge grote talenten ontwikkeld en ook is het Technasium ontstaan. In 2021-2022 is het gebouw duurzaam vernieuwd om nog beter toekomstgericht onderwijs te kunnen bieden. 

Jubileum 65 jaar

In 2022 bestond het KKC 65 jaar. Dat is onder meer gevierd met een reünie voor oud-leerlingen en oud-medewerkers. Oud-docenten beschrijven:

Wie was Keizer Karel

De oprichters van onze school gaven in 1957 de school de naam Keizer Karel mee. Keizer Karel de Grote was de belangrijkste vorst van de vroege middeleeuwen. In 771 werd hij koning van het rijk der Franken. Karel wist het Frankische rijk uit te breiden tot een rijk dat grote delen van het huidige Europa omvatte, waaronder Nederland. Karel hechtte groot belang aan onderwijs, cultuur en wetenschap. Hoewel hij zelf nauwelijks zijn eigen naam kon schrijven, was hij wel bedreven in rekenen en sterrenkunde, had hij veel kennis van Latijn en literatuur en sprak hij verschillende talen. Karel heeft zich flink ingezet voor onderwijsontwikkeling. Hij stimuleerde de oprichting van scholen en werkte aan het herstel van de ‘zeven vrije kunsten’. De zeven vakken waren Grammatica, Dialectica/ logica, Retorica, Aritmetica, Geometria, Musica en Astronomia. Ze worden ‘vrij’ genoemd, omdat zij bedoeld waren als de opleiding van de vrije mens.