Klassieke Talen is geen vanzelfsprekend vak, en het kan daarom een lastig vak zijn om te geven. Maar dit is ook wat Klassieke Talen zo leuk maakt: de leerlingen die voor Latijn of Grieks (of soms allebei!) kiezen doen dit bewust en veel van hen zijn daarom extra gemotiveerd.

Ik vind het leuk om leerlingen enthousiast te maken voor de Romeinen en Grieken en het bijbehorende Latijn en Grieks. Klassieke Talen is een vak met veel kanten, met taal als belangrijkste component, maar ook geschiedenis, filosofie en archeologie spelen een rol.

Het lezen en het vertalen van Klassieke Talen is wat ikzelf het leukst vind, je stapt daarmee in een wereld van lang geleden, vol exotische componenten. Je ziet dat dit de leerlingen ook het meest aanspreekt.

Op een gymnasium worden hoge eisen aan de leerling gesteld. Het kan soms echt taai zijn, dan zijn we wel een heel lesuur bezig om 10 regels Vergilius te lezen. Ik denk dat die uitdaging dit vak ook aantrekkelijk maakt voor leerlingen. Wanneer je zo’n ingewikkelde tekst van lang geleden succesvol vertaalt en daar in iets van je eigen cultuur herkent óf dat het juist totaal vervreemdend werkt, dat geeft een goed gevoel en zet je aan tot denken over je eigen cultuur.