Burgerschapsdagen voor 3vwo

“Wat betekent het om burger te zijn in Europa (binnen en buiten de EU) nu, en vroeger voor de val van het IJzeren Gordijn”

Met bovenstaande vraag gaan de leerlingen van 3vwo de aankomende drie dagen aan de slag. Op maandag 30 mei gaan ze op zoek naar de waarden van Europa en ook naar die van henzelf. Waar staan de verschillende Europese landen voor? Wat vind je zelf belangrijk? Samen met de sectie geschiedenis maken ze contactadvertenties en campagnefilmpjes om hier de vinger achter te krijgen.

Dinsdag 31 mei leren de leerlingen onder andere over Satellitenschüssel,  Republikflucht en Datsche aan de hand van de film Goodbye Lenin. Het Goethe-instituut heeft prachtige lessen bij deze film ontwikkeld en de Duitse sectie gaat met de leerlingen onderzoeken hoe de maatschappij eruitzag in DDR-Duitsland. Met posters en presentaties laten de leerlingen aan het eind van de dag zien wat ze geleerd hebben.

En welke landen horen er nu eigenlijk bij Europa? Tijdens de derde Burgerschapsdag maakt elke klas promotie voor een (minder bekend) Europees land. Ze onderzoeken de cultuur, natuur, tradities, showbiz, taal, technologische prestaties. Ze zoeken de typische sporten, dansjes en liederen op en duiken in de geschiedenis. Met allerlei hedendaagse promotiemiddelen (TikTok, vlogs, spotifylists, modeshows, strips, podcasts) bieden ze de bezoeker de ultieme landenexperience.

De Burgerschapsdagen staan in het teken staan van burgerschap in Europa en de Europese Unie en worden georganiseerd door de UNESCO-coördinatoren en de secties Duits en geschiedenis.

Waarom onderwijs over burgerschap in de Europese Unie? 

Op 1 augustus 2021 is de nieuwe wet voor burgerschapsonderwijs in het funderend onderwijs in werking getreden. De overheid vindt het bevorderen van de verbinding met en participatie in de samenleving van groot maatschappelijk belang. In Nederland is dat met respect voor elkaar, voor de democratie en de rechtstaat en voor de vrijheden die iedereen heeft. Kennis hiervan is van belang om mee te kunnen praten, of dat nou op school, in de supermarkt of in de Tweede Kamer is.